Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelde dat de organisatie van grootkoorprojecten, bestaande uit dirigeren, repetities en organisatorische werkzaamheden, één ondeelbare economische prestatie vormt. Omdat het geheel niet uitsluitend uit dirigeren bestaat, valt het onder het algemene btw-tarief van 21%. Het beroep op het verlaagde tarief voor uitvoerende kunstenaars en culturele vrijstellingen werd afgewezen.
Daarnaast overwoog het hof dat bezwaar tegen een nihilaangifte omzetbelasting mogelijk is. Een nihilaangifte wordt gelijkgesteld met een voor bezwaar vatbare beschikking, zelfs als geen daadwerkelijk bedrag is voldaan. Dit biedt rechtsbescherming voor belastingplichtigen in dergelijke situaties. De uitspraak benadrukt …